Werkwijze van Bijles Topprestatie
“Het gaat er niet om hoe slim je bent, maar hoe je slim bent”.
Bijles Topprestatie werkt volgens de theorie Meervoudige Intelligenties. Howard Gardner is de grondlegger van deze theorie. De theorie gaat ervan uit dat ieder mens over acht verschillende intelligenties beschikt. Doordat bij iedereen weer andere intelligenties sterk ontwikkeld zijn, krijg je verschillende soorten slimheid. Dit geldt ook voor kinderen. Ieder kind is ‘slim’, alleen op verschillende gebieden.
De acht intelligenties
Woord-slim
Ons huidige onderwijs is voornamelijk gericht op leerlingen die woord-slim zijn. Zij richten zich vooral op taal; ze houden van lezen, luisteren, schrijven en spreken. Deze intelligentie wordt niet alleen gebruikt in taallessen, maar ook in kringgesprekken, discussies en spreekbeurten.
Reken-slim
Deze leerlingen genieten van het oplossen van problemen en het vaststellen van verbanden en voelen zich aangetrokken tot cijfers. Deze intelligentie komt ook veel aan bod in het onderwijs, bijvoorbeeld in het rekenen.
Beeld-slim
Deze kinderen (beelddenkers) genieten van ontwerpen, tekenen en ordenen. Ze hebben vaak een opvallend goed richtingsgevoel. Beelddenkers denken in beelden en niet in woorden. Door informatie visueel te maken en de leerlingen doe-opdrachten te geven kunnen ze optimaal van hun talenten gebruikmaken.
Muziek-slim
Deze kinderen denken in maat, ritmes, patronen en genieten van het luisteren naar en maken van muziek. Zij leren het beste door informatie te geven in ritmes en patronen zichtbaar te maken. De leerlingen leren auditief (op gehoor).
Beweeg-slim
Deze leerlingen genieten van lichamelijke activiteiten, praktische opdrachten en toneelspelen. Ze leren het beste door zaken uit te proberen en het doen van rollenspellen. De leerkracht kan de instructie voor hen het beste ondersteunen door lichaamstaal, beweging en gebaren.
Natuur-slim
Natuurkinderen voelen zich aangetrokken tot planten, dieren en natuurlijke fenomenen zoals het weer. Ze kunnen snel overeenkomsten en verschillen waarnemen. Zij leren het beste door de natuur in te gaan, zelf dingen uit te zoeken en waar te nemen.
Mens-slim
Deze sociale leerlingen genieten van het werken met, zorgen voor en leren met anderen. Ze voelen andere kinderen goed aan en stemmen zich daarop af. Door leerlingen samen te laten werken en kringgesprekken te houden leren zij het best.
Zelf-slim
Deze leerlingen genieten van stilte, herinneringen, afzondering en eigen gedachten. Deze leerlingen maken het liefst individuele opdrachten. Door ze zelf doelen te laten formuleren en te laten interpreteren komen zij het best
tot hun recht.